donderdag 29 september 2011

Oesters - Rascha Peper

Hoe vaak heb ik niet een boek uitgelezen en dichtgeslagen om meteen een ander boek van de stapel te pakken. Hap, slik, weg. Slechts bij een enkel boek had ik een leespauze nodig om het te laten verteren. En slechts heel soms (echt heel soms) legde ik het boek tijdens het lezen weg, omdat het me even mijn adem benam: té mooi, té dichtbij of té ontroerend.

En nu schrijf ik deze blog en moet ik dus van elk boek iets vinden. En wil ik ook nog aan jullie kunnen overbrengen wat er zo mooi (of saai) aan is, waarom het me raakt (of verveelt). Soms kost het me evenveel tijd om over het boek na te denken als dat het me kostte om het te lezen.

Maar hé, na slechts een paar weken heb ik voor mezelf al wel duidelijk dat ik val voor boeken met een onopgesmukt taalgebruik. Weinig woorden, maar wel veelzeggend. Met een enkele pennenstreek een emotie teweegbrengend, zonder dramatisch te worden. De taal van Tralievader bijvoorbeeld. Prachtig. Zo simpel en puur en doeltreffend.

Oesters van Rascha Peper valt voor mij ook in deze categorie. Ik weet nog dat ik ooit Een Spaans hondje van haar las, wat ik heel mooi vond (maar als ik heel eerlijk ben, kan ik jullie niet meer vertellen waar het over gaat. Iets met een broer en een hondje). In Wie scheep gaat daarentegen, ben ik 2 keer begonnen, zonder het ooit uit te lezen. Het kon me niet pakken. Oesters vind ik echt een aanrader.

Olga, een vrouw van midden 30, woont met haar echtgenoot Harold (een diplomaat) in Wenen. Ze is herstellende van een zware ziekte en in deze periode komen de gedachten aan Frank terug, haar eerste grote liefde. Zij een studente van 20 in Amsterdam, hij kunsthandelaar en schilder van 60 in Zeeland.... Ondanks het grote leeftijdsverschil (en de afkeurende mening van de mensen om hen heen) had Olga jaren lang een intense en liefdevolle relatie met Frank. Heel langzaamaan echter komt er een verwijdering. De weekenden bij Frank in Zeeland zijn nog steeds heel warm en oprecht goed, maar na het weekend is het ook weer heerlijk om in Amsterdam te zijn.

“Nee, er deed zich geen enkele ondergravende gebeurtenis voor. Geen ruzie - ruzie maakte Frank niet - , zelfs geen heimelijke irritatie en er was geen ander in het spel. Het ging eigenlijk net als met dat pad in het Wienerwald, niet ver van hun huis: een prachtig bospad, fraaie, afwisselende begroeiing, fluitende vogels. Je loopt er als vanzelf, zonder de geringste inspanning, tot je na een kromming van het pad de afgelegde weg kunt overzien. Het blijkt een afdaling geweest te zijn, zo geleidelijk dat het niet vast te stellen valt wanneer het dalen begonnen is, maar in ieder geval ligt het hoogste punt al ver achter je. “  p. 76

En dan ontmoet ze Harold, een knappe en slimme student van haar eigen leeftijd, die zijn zinnen op haar heeft gezet en op wie ze verliefd wordt. Kiezen kan ze in eerste instantie niet en een tijd lang ziet ze beide mannen, die dat ondanks hun tegenzin accepteren. Harold, omdat hij weet dat Olga uiteindelijk voor hem zal kiezen. Frank, omdat hij altijd heeft geweten dat hij haar uiteindelijk kwijt zal raken.
Eenmaal ontmoeten de mannen elkaar zelfs.

“Zijn ogen stonden nu heel anders dan daarstraks. ‘Hij is een aardige jongen, Olga,‘ zei hij. ‘Een prima vent.’ Dat had ze willen horen. Daarvoor was dit allemaal bedoeld. Zijn goedkeuring. Zijn instemming met haar keuze. De bevestiging dat ze de juiste beslissing had genomen. Als Frank het zelf zei, dan viel er niet meer te twijfelen.” p. 108

Olga vertrekt met Harold naar New York, hun eerste buitenlandse post. Daar leest ze 1,5 jaar na aankomst per ongeluk, in een 3 dagen oude krant, de overlijdensadvertentie van Frank.

“Sommig verdriet zet zich vast als een oester op een dakpan en zit daar stilletjes maar hardnekkig en laat zich niet wegspoelen.” p. 122

Gesloten als een oester als Olga is, rouwt ze nooit openlijk over Frank. Ze gaat door met diplomatenvrouw zijn, mensen ontmoeten, verhuizen. Pas jaren later, in Wenen, vraagt Olga zich af of ze de juiste keuze heeft gemaakt. Ooit heeft Frank haar ten huwelijk gevraagd. Luchtig heeft ze daar toen een grap van gemaakt. Van een vraag die nooit grappig bedoeld is geweest. En diep in haar hart weet Olga volgens mij dat Frank altijd haar grote liefde is geweest en gebleven.

Knap hoe de eenzaamheid van Olga voelbaar wordt. En mooi hoe die Duitse zinnen en woorden in het boek verweven zijn. Wat hebben we toch een boel schrijvers in Nederland, die de moeite van het lezen waard zijn!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten