vrijdag 30 december 2011

Hoogtelijn - Anne Holt

Wat heb ik nou eigenlijk met die Scandinavische literatuur? Ik snap er zelf ook niets van. Ik houd niet van kou, niet van ijs en ook niet echt van sneeuw.  Je hoeft me geen uren, laat staan dagen, door de natuur te laten wandelen (Dûh, saai!) en al die wintersporten, dat is het al helemaal niet. De laatste keer dat ik op de schaatsen stond lanceerde ik bijna baby J. over het ijs..... Ik had schaatsen van een buurmeisje geleend en daar ging ik, zwalkend achter de kinderwagen met daarin het lieve kleine zoontje van vriendin M. Ik viel (niets nieuws) en duwde daarbij de stang naar beneden, zodat de kinderwagen verticaal kwam te staan. Ik kon hem gelukkig meteen terugduwen, baby J. sliep heerlijk door, maar ik heb nog heel wat slapeloze nachten gehad.

Skiën, daar waag ik me dus maar helemaal niet aan. Langlaufen, dat zou nog net moeten lukken. Dacht ik een flink aantal jaren geleden (ik was toen nog niet zo oud en wijs als nu zeg maar). In mijn geboortedorp ligt een mooie langlaufbaan en zodra het sneeuwt komen mensen van heinde en verre om daar op de lange latten te staan. Samen met mijn A. en vrienden N. en K. durfde ik het wel aan. Even vergetend dat zij alle 3 behoorlijk handig zijn met sport en ik... nou ja. Roefffff, daar gingen zij. En ik? Ik heb voornamelijk sneeuw gehapt. Zo om de 2 meter raakten die latten verstrikt in elkaar en lag ik weer met mijn neus op de grond. Gelukkig wonen mijn schoonouders aan het eind van de baan, dus daar kon ik bij komen met een kop thee. Totdat de rest riep “kom op, nog een rondje!” God, wat haat ik dat.  Ik ben dus lekker blijven zitten en na dat tweede rondje hebben zij me opgehaald voor de laatste paar meters. Dat dus nooit meer.

En waarom dan toch die Noorse en Zweedse boeken? Met al die stoere en zwijgzame mensen, die in ijskoude winters overleven en zich overal redden? Terwijl ik ben van de Italiaanse terrasjes, small talk met absolute vreemden, slenteren door Middeleeuwse dorpjes..... Wellicht dat ik daar ooit nog achter kom.

Hoogtelijn van Anne Holt is een echte aanrader. Een literaire thriller, die zich afspeelt tijdens bar winterweer. Heerlijk in deze tijd van het jaar. De hoofdpersoon, Hanne Wilhelmsen, is een oud politierechercheur. Een aantal jaren geleden is ze tijdens het werk beschoten en met een dwarslaesie in een rolstoel beland. En sindsdien komt ze de dagen in stilte door, rustig, zonder veel mensen te zien. Met alleen haar Turkse vrouw Nefis en haar 4-jarige dochtertje Ida om zich heen. Ze is een chagrijn, dat geen contact met anderen wil maken en denkt dat dit zelfverkozen isolement heel goed bij haar past. Totdat ze natuurlijk, buiten haar wil om, in een situatie belandt waarin ze automatisch weer even politierechercheur gaat spelen. Wat goed bevalt!

Hanne zit tijdens een zware sneeuwstorm in een trein, die ontspoort bij het hoogstgelegen station van Noorwegen. Alleen de machinist komt om en alle passagiers worden ondergebracht in het nabijgelegen hotel, Finse 1222. Door de storm kunnen de reddingsploegen niet te hulp schieten en moet iedereen een aantal nachten in het hotel verblijven. Waar meteen de eerste nacht al een moord wordt gepleegd. En de tweede nacht een tweede..... Ondertussen gaan nog wat mensen dood aan andere oorzaken en begint er flinke onrust te ontstaan onder de mensen. Helemaal door het gerucht dat er een extra rijtuig aan de trein gekoppeld was, met daarin een heel belangrijk persoon (een lid van het koningshuis? Een bewaakte gevangene?) die als eerste in veiligheid is gebracht.

De moordenaar wordt gevonden, iedereen wordt gered en ik ben benieuwd hoe Hanne nu verder gaat met haar leven. En die mysterieuze gast? De schrijfster laat het in het midden, maar ik denk dat ik weet wie het is. Als jij het nou ook weet, zullen we dan even checken of we hetzelfde denken?

dinsdag 27 december 2011

Afvallen en opstaan - Wieke Biesheuvel

Marmelade, karbonade, varkenslapjes, bloemkool en salade
Marmelade, karbonade, varkenslapjes, bloemkool en salade
Oh, koekjeskruimels, oh slagroomtaartjes
Lange vingers, pannenkoeken
Honger honger honger honger honger!

Echt heel flauw, maar sinds het moment dat ik bovenstaand boek las, heb ik dit liedje in mijn hoofd. Ik zong het als kind al en toen ik zelf kinderen kreeg zong ik het voor hen. De afgelopen jaren heb ik er niet meer aan gedacht, tot nu dus.

Waarom een boek over gewicht verliezen? Ik liep in de bibliotheek en zag eerst een boek van Hanneke Groenteman (Bestemming bereikt?). Omdat ik wist dat ze erg afgevallen was na een maagoperatie en ze ooit een boek heeft geschreven met “Jamin” in de titel (nooit gelezen, maar de Jamin is mijn absolute favoriet voor de kikkers en muizen met Sinterklaas) raakte ik nieuwsgierig. Toen ik het boek pakte, bleek dat van Wieke Biesheuvel ernaast te staan. En laat ik nou nooit geweten hebben dat zij heel dik is geweest! Ik ken Wieke (ja, ik ken haar. Zij mij uiteraard niet maar dat doet niet ter zake) omdat ze jaren een column in de Libelle heeft gehad. Waar mijn moeder weer jarenlang een abonnement op had. Wieke verhuisde met man en kinderen van het westen van het land naar Almelo en dat ze in het oosten ging wonen schepte natuurlijk meteen een band, dat begrijp je wel. Leuke columns schreef ze altijd, maar ergens ben ik Wieke uit het oog verloren. En toen zag ik haar dus ineens weer in de bibliotheek! In het westen van het land nog wel.

Waarom nog meer? Omdat ik stiekem wel eens bang ben om heel dik te worden. Slaat nergens op, ik weet het. In al mijn 40 jaren ben ik nog nooit dik geweest en ik zal dat waarschijnlijk ook nooit worden. Maar toch. In mijn hoofd ben ik altijd dikker dan in het echt.

Wieke is morbide obees en wil dat in eerste instantie helemaal niet accepteren. Ze is gewoon een beetje dik. Hoewel ze op vakantie in Rome nauwelijks meer kan lopen.

“‘Je loopt al net als Erik,’ zegt mijn man, ‘zo wijdbeens.’ Hij bedoelt: je bent net zo dik als Erik en daarom loop je zo. Ik loop helemaal niet zoals Erik, een obese buurman. Die is veel dikker dan ik. Ik weet nauwelijks meer op welk plekje voet ik nog kan lopen, omdat overal blaren zitten, daarom loop ik zo. En we moeten de hele middag nog. Maar als hij had gezegd; ‘Je wordt net zo dik als Erik,’ dan waren de rapen meer dan gaar geweest.”  p. 7

Uiteindelijk laat ze zich inschrijven in de obesitaskliniek  in Hilversum, waar ze een jaar lang met een groep mede-obesen een multidisciplinair programma volgt (medische controles, groepsgesprekken, gesprekken met een psycholoog, voedingsadviezen, sport). En ze beschrijft in haar boek waar ze dit jaar - samen met haar groepsgenoten - doorheen gaat. De triomf als het afvallen lukt, het ongelooflijke balen bij een terugval, de inzichten in waarom ze zoveel eet. En dat alles open en bloot, zonder zichzelf te sparen.

“Ik kan alleen maar aan die worst denken. Primitiever kan het niet. Terwijl ik ‘niet doen’ prevel, loop ik naar de koelkast, pak het stuk worst en neem er een hap van. ‘Waar ben je nou mee bezig, stomme trut!’ zeg ik hardop. Ja, dat zal wel en ik neem meteen nog een hap. Een paar minuten later is de hele worst op. En ik kan wel janken.” p. 94

Het contrast met wat ze tegenkomt tijdens haar werkreizen naar Afrika is schrijnend. Wat een overvloed aan eten hebben we hier en wat een problemen brengt dat met zich mee.
Ze stelt zich kwetsbaar op, terwijl ze tegelijkertijd naar voren komt als een ontzettend sterke vrouw, vol humor en talenten. Een vrouw om van te houden!

“Dit boek is er gekomen, zegt ze: ‘Omdat ik mijn ervaringen wil delen met lezers. Ik weet dat geen enkel dieet blijvend helpt en in de obesitaskliniek heb ik vooral geleerd hoe ik anders met eten moet omgaan. Ik weet nu waarom ik zoveel at en hoe ik moet handelen als het misgaat. Omdat ik iemand ben zonder overdadige discipline, denk ik dat als ik kan afvallen en mijn gewicht leren beheersen, iedereen dat kan.’” achterflap

Een mooi boek over een zwaar onderwerp. Letterlijk en figuurlijk.

Volgende keer weer een ouderwets lekker boek uit Scandinavië.

vrijdag 16 december 2011

Dodelijke conclusies - Donna Leon

Was het niet John Lennon die zei: “Life is what happens to you while you're busy making other plans”? Vanmiddag was het zo’n geplande middag die totaal anders verliep. En wat is dat leuk! Zei ik, met control als middle name....

Vanmiddag een kerstboom uitgezocht voor de straatkerstborrel volgende week. Normaal gesproken hebben we een stuk of 6 kleine boompjes, dit jaar zouden we het bij 1 boom laten. “Maar dan wel eentje die wat groter is”. Nou kon ik kiezen uit 1,50 of bijna 5 meter..... Tja, dan wordt het dus die laatste, dat snap je wel. In mijn kleine bestelautootje paste die niet, dus A. zou hem aan het eind van de middag ophalen.

Nou was A. van plan nog veel te werken deze middag - alleen even tussendoor boompje ophalen - en dan zouden we na het eten eindelijk onze eigen boom opzetten. Kids al helemaal opgewonden. Het liep een beetje anders..... Straatkerstboom bleek te groot om zelf uit de auto te krijgen (hoe hij erin is gekomen en hoe A. ermee naar huis is gereden, ik wil het niet weten) en buurman H. wilde wel even helpen. Toen hebben ze dat ding ook maar meteen opgezet, want anders ligt tie daar maar zo. Kleine M. belde overal aan om te vertellen over die “enorme kerstboom die maar € 48,00 kostte” (tja, dat laatste was nou niet nodig om te vertellen, maar wel een fantastisch koopje niet waar?) en buurvrouw D. kwam prompt met een flesje wijn aanzetten want “een kerstboom opzetten zonder wijn, da’s natuurlijk niks”. Helemaal mee eens!

Uiteindelijk was het natuurlijk veel te laat om nog te koken. Gelukkig had ik vanmiddag al zo de pest in van dit vieze natte koude winderige weer dat ik een grote pan soep had gemaakt, die we toen samen met buren H. en M. en alle kids opgegeten hebben. Dat werk van A? Dat moet morgen maar. Onze eigen kerstboom opzetten? Tja, dat ook.

Maar genoten hebben we!

Nu die blog nog...

Een literaire thriller deze keer, over de Venetiaanse ‘commissario’ Guido Brunetti. Donna Leon is een Amerikaanse schrijfster, die sinds 1981 in Venetië woont, de stad waaraan ze haar hart heeft verpand.

Een groot deel van mijn liefde voor deze boeken over Brunetti (de eerste verscheen in 1992) is dat ik het heerlijk vind om over Italië te lezen. Brunetti wandelt heel wat af door Venetië, hier en daar een espresso drinkend. Hoe vaak ben ik er niet geweest, steeds met zoveel plezier. In de gondel met vriendin C. (en nog twee vakantiegangers); tijdens het carnaval (wij arme studenten verkleed als raven, met een kartonnen gele snavel en een pak van vuilniszakken..... een tikkeltje afstekend tegen al die mooie gemaskerde Venetianen, kun je je dat voorstellen?); met A. en N. en K. op het Piazza San Marco, K. achter de duiven aanrennend “de duiven zijn mijn vriendjes”. En ….. Ja, ik heb mijn hart verpand aan Italië, aan de taal, aan het eten, de sfeer, de cultuur. En als ik dan lees over die stad geniet ik elke keer weer opnieuw.

Brunetti is inmiddels wel een personage geworden dat ik graag mag. En ook zijn vrouw Paola, die hem elke dag twee keer een heerlijke maaltijd voorzet (ondanks haar werk als universitair docent, hoe doet ze dat??). En ondanks (of dankzij?) al die rare tics van die Italianen:

“Brunetti pakte een van de sandwiches van het bord. Omdat hij zich ervoor schaamde om staande etend gezien te worden, ging hij weer zitten en at hem op.” p. 80

Huh? Oh ja, dat herinner ik me nog van mijn jaar Italië. Dat ik ze met mijn Nederlandse achtergrond vaak helemaal niet begrijp. En zij mij niet. Waar ik als een olifant door de porselein kast heen stamp (niet alleen daar vrees ik), zijn er in Italië heel veel ongeschreven regels over wat wel en wat niet hoort. Wat je wel zegt en wat niet. Wat je best mag doen, maar waar je vooral nooit over praat. Mijn motto “what you see is what you get” werkt niet echt in Italië zeg maar.....

Een oude vrouw zonder vijanden sterft. Wat lijkt op een hartaanval, zou ook best moord of doodslag geweest kunnen zijn. Brunetti duikt de wereld in van de oudere Venetianen en van het fenomeen “onderdak voor mishandelde vrouwen”. En natuurlijk altijd bijgestaan door de secretaresse van het politiebureau, Signora Elettra. De slimste van het hele politie apparaat, die alle wegen kent om aan informatie te komen en die zich daarbij totaal niet gehinderd voelt door de wet.

Fijn boekje om te lezen. En toch. Ik ga me steeds meer ergeren aan de manier waarop mevrouw Leon Zuid-Italianen afschildert. Ja, ook ik heb de Italianen leren kennen als vrij nationalistisch en racistisch en volgens de Noord-Italianen begint Afrika echt bij Rome. En toch. Als buitenlandse hoor je dat niet zo te ventileren. Vind ik dan. Zou ze daarom haar boeken over Brunetti niet in het Italiaans vertaald willen hebben?

Desondanks blijven haar boeken voor Venetië liefhebbers verplichte kost. En het gekke is dat ondanks al die ongeschreven maar o zo belangrijke regels het leven in Italië altijd net even wat losser lijkt dan in Nederland.  En heeft het leven daar meer de kans om te ‘gebeuren’ terwijl je andere plannen aan het maken bent....

zondag 11 december 2011

Ik ben oké, jij bent een sukkel - Berthold Gunster

Weet je nog dat ik het een aantal weken geleden had over Ja-maar...Huh?! De techniek van het omdenken van Berthold Gunster? Dat smaakte voor mij naar meer! Ging dat boek over het omdenken in het algemeen, Ik ben oké, jij bent een sukkel gaat over omdenken in zakelijke en persoonlijke relaties. Het begint weer met een schitterend voorbeeld, waarmee meteen het idee van boek duidelijk wordt. Enne, W., sorry, ik weet dat je helemaal niet van dit soort boeken houdt. Volgende week weer een ‘normaal boek’, dat beloof ik.

“‘Sukkel’, riep aap geïrriteerd uit, ‘wat heb je nou gedaan?!’. Aap zag een dier in de rivier verdrinken. ‘Hoe ben je daar nou terechtgekomen?!’ Omdat aap een goede inborst had - hij vond zichzelf ‘best wel oké’- en dus het beste voorhad met zijn medeschepselen, handelde hij acuut. ‘Kom, laat me je helpen,’ sprak hij liefdevol. Behoedzaam tilde hij het dier uit het water en legde het op de oever. Daar kon het drogen in de zon. Tevreden aanschouwde aap de situatie. Zo te zien was hij net op tijd geweest. ‘Mooi! Ik zie dat je alweer ademt,’sprak hij tot de naar lucht happende vis.” p. 13

Wat een leuk boek weer. Geschreven voor iedereen die last heeft van al die sukkels in de wereld. Van dominante of zelfingenomen types, van klagers of roddelaars. Van een bemoeizuchtige baas, een betweterige partner of een onhandelbaar kind. En het gaat er van uit dat zolang we denken dat wij oké zijn en de ander de sukkel, we net zo zullen handelen als de aap..... Oei, wie is er nou de sukkel?

Gunster adviseert om te stoppen met het veranderen van de ‘sukkels’ om ons heen. Om te stoppen met manipuleren en met redden. En om de ander volledig en oprecht te accepteren zoals die is. Om JA te zeggen tegen die ander. Met als doel een gelijkwaardige relatie die beide partijen gelukkig maakt. Als we onszelf open durven stellen voor die ander, zonder vooroordeel, dan kan dat leiden tot een “wonderbaarlijke omkering der dingen” p. 15. En dat is de winst die we krijgen: stabiele en gezonde relaties,  zonder patronen die zichzelf in stand houden en waar we last van hebben, zoals die van ‘de redder en het slachtoffer’.

De techniek om echt en daadwerkelijk contact met de ander te maken is het spiegelen. Het spiegelen van gedrag, van emotie, van identiteit en van intentie.  De ander accepteren zoals hij is, ongeacht de uitkomst.

Gunster heeft dit ervaren in de trainingen en workshops die hij gegeven heeft, maar het leuke is dat het ook ondersteund wordt door wetenschappelijk onderzoek. ‘Spiegelneuronen’, cellen die pas ontdekt zijn in de jaren ‘90 van de vorige eeuw, stellen ons in staat te voelen wat een ander ook voelt. Een spiegelneuron (of spiegelcel) is namelijk een neuron dat niet alleen actief is als we een handeling uitvoeren, maar ook als we de handeling zien uitvoeren door een ander. Het neuron weerspiegelt dus als het ware het gedrag van een ander en is op dezelfde manier actief als wanneer wij de handeling zelf uitvoeren. Daarom voelen we ons ongemakkelijk als we iemand zien huilen, vertrekt ons gezicht als we iemand zien die zich pijn doet en gaan we meegapen met de ander.

Overigens kan ik zelf heel goed leven met gedrag dat blijkbaar werkt, maar niet wetenschappelijk bewezen is. A. niet zo, die is meer van de harde wetenschap. Het grappige is dat hij dit boek net op het moment pakte dat ik met dit stuk bezig was. ‘Interessant boek! Ga ik ook lezen!’

Zoals Gunster in Ja-maar...Huh?! De techniek van het omdenken handige tips gaf om te beginnen met omdenken (ondanks wordt dankzij en een probleem is juist de bedoeling!), doet hij dat ook in dit boek. Het makkelijkst om te beginnen met spiegelen is door het tempo en het volume aan de ander aan te passen. Zei ik, die op de middelbare school al in de kantine aangekomen was terwijl vriendin C. nog een heel eind achter me liep in de gang. En ik had het niet eens door, was heerlijk met haar aan het kletsen..... Heb nog wel het een en ander te leren vrees ik....

“Kijken zonder oordeel is niet makkelijk. Het is een van de moeilijkste opgaven die er is. Gelukkig hoeft dat geen reden te zijn ons te laten ontmoedigen. Integendeel. Het goeie nieuws is namelijk dat je van niemand afhankelijk bent om ermee te beginnen. Hoe je naar andere mensen kijkt, kan je helemaal zelf bepalen. Altijd. Elk moment. Overal. Daar heb je niets of niemand voor nodig. De sleutel ligt in jouw handen. Vanaf het moment dat je zonder oordeel naar mensen kijkt, is de ander een spiegel van jouw mogelijkheden. Die manier van kijken is het begin- en eindpunt van dit boek. Alles draait rond dezelfde simpele, fascinerende en uiterst inspirerende gedachte. Ik ben oké, jij bent een goudmijn.” p. 269

Ik vind dit moeilijk. En wil er graag beter in worden. Dus wat heb ik zojuist gedaan? Ik heb me ingeschreven voor het Ja-maar seminar op 16 februari 2012 in Utrecht. Laat ik het dan maar eens ervaren! Zin om mee te gaan?



zaterdag 3 december 2011

De voorlezer - Bernhard Schlink

Een boek of twee per week..... Deze keer was het meer  ‘een boek in de twee weken en dan nog met moeite’.  Poehee. Ik had me zo voorgenomen echt elke week iets te posten.

Voor deze keer heb ik De voorlezer gelezen. Of The reader, zoals de film heet. En nu ga ik iets zeggen dat ik nog nooit eerder heb gezegd en hopelijk ook nooit meer hoef te zeggen .... De film is beter.

De hoofdrol wordt gespeeld door Kate Winslet. Een prachtig mooie vrouw, bijna te mooi voor deze rol. Totdat je haar in deze film hebt gezien. Het klopt helemaal. De manier waarop zij de wat trage, in zichzelf gekeerde Hanna speelt. De Hanna die niet bijster snel van geest is, die erg leeft volgens vaste patronen en duidelijke overtuigingen van wat goed en kwaad is. Om houvast in het leven te hebben. Pas later leer je waarom.

De vijftienjarige Michael Berg leert de 20 jaar oudere Hanna kennen als hij op een dag ziek wordt onderweg van school naar huis. Hij moet overgeven in haar portiek en zij ontfermt zich over hem. Als ze hem naar huis wil lopen, kleedt ze zich eerst nog even om voor haar werk als tramconductrice. En van wat Michael daarvan ziet, raakt hij danig in de war.

“Ik kon mijn ogen niet van haar afhouden. Van haar nek en van haar schouders, van haar borsten die door de onderjurk meer werden omhuld dan verborgen, van haar billen waarover de onderjurk spande toen ze haar voet op haar knie liet steunen en op de stoel zette, van haar been, eerst bloot en bleek en daarna in de kous zijig glanzend. Ze voelde mijn blik. Toen ze de andere kous wilde aanpakken, onderbrak ze haar beweging, draaide zich naar de deur en keek me aan. Ik weet niet hoe ze keek - verwonderd, vragend, begrijpend, berispend. Ik werd rood. Een kort ogenblik bleef ik met een gloeiend gezicht staan. Toen hield ik het niet meer uit, verliet hals over kop haar woning, rende de trap af en het huis uit. “  p. 16-17

Als Michael na zijn ziekte naar Hanna gaat om haar te bedanken, krijgen ze een liefdesrelatie. Al snel beminnen ze elkaar volgens een vast patroon: Michael leest haar voor, dan gaan ze samen baden en tenslotte bedrijven ze de liefde. Dag na dag. Hoewel hij als de dood is dat zij hem verlaat,  geeft hij haar geen plek in zijn leven.

“Toen ben ik begonnen haar te verraden. Niet dat ik geheimen heb prijs gegeven of Hanna voor gek hebt gezet. Ik heb niets geopenbaard wat ik had moeten verzwijgen. Ik heb verzwegen wat ik had moeten openbaren.  Ik heb verzuimd me voor haar uit te spreken.”  p. 68

Op een dag is Hanna verdwenen. Als Michael haar na jaren onverwacht weer tegen komt, is hij inmiddels rechtenstudent en staat zij terecht voor haar rol als SS kampbewaakster tijdens WOII. Ze wordt schuldig bevonden en belandt in de gevangenis.  Michael besluit uiteindelijk weer contact met Hanna te zoeken, als zij al jaren in de gevangenis verblijft. Niet door haar te bezoeken,  maar door cassettebandjes vol te praten met boeken en haar deze toe te sturen. Zo krijgt zij, die nooit helemaal bij hem weg is geweest, een vast plekje in zijn leven. Het is zijn manier om zijn schuldgevoelens af te kopen.

Nu ga ik even iets heel flauws doen, namelijk de clou verklappen. Ik wilde dat eerst niet doen, want dan is het natuurlijk geen fluit meer aan om het boek te lezen. Maar de clou is nou net dat wat me zo bezig houdt van het boek. Hier komt tie (je kunt nu nog stoppen met lezen):

Hanna is analfabeet. Als je je voorstelt hoe het moet zijn om te leven zonder te kunnen lezen en schrijven, snap je goed waarom ze zo weinig flexibel van geest is. Ze probeert zich staande te houden in een wereld die bedreigend voor haar is. In hotels, op haar werk, in de rechtzaal; nergens weet ze waar het echt over gaat.

Ik kan me een klein beetje voorstellen hoe dat moet voelen. In de zomer van 2004 gingen A. en ik naar Polen om te beslissen of we daar voor een aantal jaar zouden gaan wonen. Ze hadden me net zo goed midden in Japan kunnen zetten; geen touw aan vast te knopen aan dat Pools, werkelijk. Maar toen we een paar maanden later weer in Polen waren en we inmiddels wat Poolse lessen achter de rug hadden,  herkende ik ineens enkele woorden op een reclamebord . Nooit zal ik het moment vergeten waarop  ‘Okna i drzwi’ ineens betekenis voor me kreeg. Ramen en deuren! Ik was zo blij als een kind. Kun je nagaan....

De voorlezer is een roman over sensualiteit, over schuld, over de last van de Duitse geschiedenis, over angst. Een mooi boek. Ik zou zeggen: bekijk de film!