Afgelopen donderdag kreeg ik een heel klein
beetje hoop. Dat ik ooit, later als ik groot ben, misschien wel een echte schrijver
kan worden. Want daar twijfel ik ten zeerste aan: hoewel ik misschien wel een
beetje kan schrijven, mis ik de inspiratie en creativiteit om een meesterwerk
te schrijven. Om een boek te verzinnen, met verschillende verhaallijnen, die
uiteindelijk allemaal prachtig samenkomen en een heel boekwerk vormen.
En toen was daar meneer Buwalda, de Peter
Buwalda van Bonita Avenue, van dat droomdebuut met ik weet niet hoeveel
verkochte exemplaren, vertalingen in verschillende landen en ook nog verkochte filmrechten. En deze meneer vertelde
me dat een boek schrijven vooral het verzinnen van een goede kiemzin is, van 5
woorden, waar je het hele boek aan op kunt hangen. En dat het vooral veel
onderzoek doen is en hard werken. En schema’s en biografieën van personages
uitwerken, doorzetten en herschrijven, herschrijven, herschrijven. En dát,
lieve mensen, kan ik weer wel! Denk ik.
Afgelopen donderdag dus, op een
schrijfworkshop tijdens het jaarlijkse Film by the Sea Festival in Vlissingen
(ja, helemaal in Vlissingen), werd ik helemaal blij en opgewonden (en samen met
mij collega S). Want wie weet dat het ons toch ooit eens gaat lukken.
En heel eerlijk moet ik ook bekennen dat
meneer Buwalda zelf wel een beetje zorgde voor deze opwinding. Want hoewel hij
je op foto’s altijd aankijkt als een opgeschrikte junk (heel eng), blijkt hij
in het echt geweldig leuk, spitsvondig, met een groot gevoel voor humor en
ongelooflijk relaxed. En met een zelfverzekerdheid die, nou ja, nogal
aantrekkelijk is.
Maar voor het zover is en jullie mijn boek in
de winkels kunnen vinden, blijf ik nog maar een tijdje lezer. Daar weet ik in
ieder geval zeker van dat ik het goed kan.
Extreem luid & ongelooflijk dichtbij van
Jonathan Safran Foer, mijn laatst gelezen boek, is echt een juweeltje. Gek
genoeg heb ik hier wel weken over gedaan, terwijl ik fijne boeken normaal
gezien nogal snel verslind. Het kan iets te maken hebben met een overvolle
agenda, oudervertelgesprekken op school en een echtgenoot die veel op reis was,
maar dat verklaart toch niet alles. Voor mij was dit een boek dat tijd nodig
had.
Hoofdpersoon is Oskar Schell, een 9-jarig
jongetje dat bij de aanslagen op het WTC in New York zijn vader heeft verloren.
En dat nu op zoek gaat naar de herkomst van een sleutel, die hij heeft gevonden tussen zijn vaders spullen. Hij dwaalt door de hele stad, op zoek naar de
eigenaar van deze sleutel en ontmoet allerlei interessante personen.
Het leuke aan Oskar is dat hij anders is dan
andere jongetjes. En terwijl de meeste ouders het fijn vinden als hun kind
aansluiting vindt bij andere kinderen en niet al te anders is, is dat juist
hetgeen Oskar zo ontroerend maakt. Net als die jongen uit de film ‘About a boy’
met Hugh Grant. De jongen in deze film woont bij zijn depressieve moeder,
draagt verschrikkelijke kleren, is nog nooit van zijn leven in de MacDonalds
geweest en heeft geen idee dat hij totaal voor paal gaat staan als hij “Killing
me softly” wil gaan zingen op het schoolfeest. Omdat zijn moeder dat zo mooi
vindt. En oh, wat ga je van die jongen houden.
Maar het aller-allermooist uit Extreem luid
& ongelooflijk dichtbij zijn toch wel die paar zinnen, die de wereld even
stil laten staan. Die mij het boek weg laten leggen om eventjes weer tot mezelf
te komen.
“Elke keer
dat ik de deur uit ging om op zoek te gaan naar het slot, werd ik wat vrolijker
omdat ik dichter bij papa kwam, maar tegelijk ook droeviger omdat mama verder
weg raakte.” p. 64
“…. het Engels
striemde mijn schouders, ze wilde meer Engels, daarom nam ik een koffer mee,
die ik zo vol stopte dat de rits bijna niet meer sloot, de koffer puilde uit
van het Engels, mijn armen schrijnden van het Engels…..”, p. 122
“En hoe kun
je ik hou van je zeggen tegen iemand van wie je houdt? Ik rolde op mijn zij en
viel naast haar in slaap. Dat is de strekking van alles wat ik je duidelijk heb
proberen te maken, Oskar. Het is altijd nodig. Ik hou van je, Oma”. p. 334
Als ik dat toch ooit mag doen, zinnen
schrijven die andere mensen zo ontroeren dat ze even niet verder kunnen lezen,
dan heb ik het voor mezelf helemaal gemaakt. En dan maakt het niet meer uit
hoeveel exemplaren van dat boek ik verkoop.