vrijdag 26 augustus 2011

Danseres zonder benen - Clara Asscher-Pinkhof

Voor wie zijn ziel in stand wilde houden, waren er mogelijkheden genoeg. Zolang je ziel niet uit je lichaam werd weggenomen, kon je er voor blijven vechten. Voor je lichaam vechten, - och, dat was niet de moeite waard en meestal ook nutteloos” (p.172).

Heel lang heb ik gedacht, dat mensen bij het ouder worden milder en wijzer worden, door alles wat ze meegemaakt hebben. Maar inmiddels ben ik gaan geloven dat het heel anders werkt: eigenschappen die er al waren, worden uitvergroot. Dus ja, als je al mild en wijs was, dan word je een oude, milde, wijze man of vrouw. En als je altijd veel voor anderen over hebt gehad, dan zul je er later in je leven zoveel mogelijk voor anderen zijn. Maar wee de eigenwijzen, de slechteriken: na een bepaalde leeftijd is dit niet meer te verbloemen.

Bij het lezen van “Danseres zonder benen” vroeg ik me iets dergelijks af. Wat doet een verschrikking als oorlog met mensen? Maakt het hen meer begaan met anderen? Of juist egoïstischer, slechter? Ik geloof dat het op dezelfde manier werkt als de ouderdom: je wordt nog meer wie je al was.
Clara Ascher-Pinkhof, onderwijzeres, wordt midden jaren 20 van de vorige eeuw weduwe op haar 29e. Haar oudste zoons (een tweeling) zijn dan 5,5; haar jongste dochter 4 maanden. En daartussen zitten nog 2 zoons en een dochter...

Toen ik 29 was, 10 jaar geleden, had ik net zoon W gekregen. Ik herinner me de dag dat mijn schoonmoeder bij me langs kwam om te helpen. Zij stond voor me te strijken, ik zat op de bank met mijn baby in de armen en we hadden het over de luxe van mijn generatie vrouwen ten opzichte van die van mijn oma’s generatie. Mijn oma zat met 29 jaar midden in de oorlog, had 4 kinderen (er zouden er nog 2 volgen) en leefde tijdelijk zonder haar man, die ondergedoken zat om niet te werk gesteld te worden in Duitsland. Het leven van Clara, maar dan dichtbij. Maar toch ook weer niet: mijn oma was geen Joodse...

Het eerste deel van het boek vertelt hoe Clara met haar man, een rabbijn, vanuit Amsterdam naar Groningen verhuist. Hoewel zowel zijn als haar familie in Amsterdam wonen, blijft ze na de dood van haar grote liefde in Groningen en brengt ze in haar eentje de 6 kinderen groot. Ze leven van een klein pensioen en van het geld dat Clara verdient met het schrijven van verhalen en boeken en het geven van lezingen. Ze geniet van haar kinderen, is kind met ze en beleeft alleen in de stille avonden een grote eenzaamheid. In een wat ouderwetse schrijfstijl weet ze de warmte, de eenvoud en de rijke culturele ontwikkeling van het gezin duidelijk te maken.

Ze geeft onheilspellende verwijzingen naar de ellende die nog komt:
Hij heeft de mensen zijn hartebloed gegeven. Het was het niet waard: het werd vergoten, samen met het bloed van zijn jongere broer, samen met het bloed van zes miljoen Joden” (p. 59).
En schrijft prachtige zinnen, die ontroeren: “Een paar avonden maar zonder instoppen van een klein jongetje en een schuld voor mijn hele leven” (p. 83). Geen moederhart dat hierbij onberoerd blijft.
De oorlog komt steeds dichterbij. Als ook in Nederland de oorlog uitbreekt, voelt ze als Joodse vrouw het touw steeds strakker om zich heen getrokken worden. En toch wil ze niet echt geloven wat er gebeurt. Met haar jongste dochter Fieke vertrekt ze naar Amsterdam om les te geven aan Joodse kinderen. Ook werkt ze als vrijwilliger bij de Joodse Schouwburg. Hier helpt ze de verzamelde Joden die op transport gesteld worden. Haar twee oudste zoons studeren al in Amsterdam, de oudste dochter is voor de oorlog naar Palestina vertrokken om kinderverpleegster te worden, de twee overige zoons blijven in Groningen.

Uiteindelijk belandt Clara in Westerbork en Bergen-Belsen. De verschrikkingen die ze daar meemaakt worden bijna terloops vertelt. Nergens veel drama. Juist die kleine manier van vertellen maakt het boek zo ontzettend indrukwekkend. Over 1 van haar broers schrijft ze:

Zijn wetenschappelijke werk bleef. Hij zelf ging ten gronde. Maar is dat wel ten gronde gaan, als je iets blijvends nalaat?” (p. 146).

In 1944 wordt ze samen met een groep anderen uitgewisseld voor Duitse gevangenen, waardoor ze de reis naar Palestina, naar de vrijheid kan maken.
Na de oorlog, waarin ze al haar 5 broers en 2 van haar 6 kinderen heeft verloren, leeft ze verder in Palestina en het latere Israël. In het begin woont ze samen met haar jongste dochter Fieke en kan ze ternauwernood haar hoofd boven water houden. Ze gaat terug de schoolbanken in en wordt opgeleid tot onderwijzeres Hebreeuwse taal, cultuur en geschiedenis voor immigranten. Ze geniet van haar werk, haar kinderen en kleinkinderen, maar aan het eind van haar leven komt de eenzaamheid terug en praat ze weer met haar overleden man, Avraham.
Clara, de milde, wijze, jeugdige vrouw, lijkt de oorlog te zijn doorgekomen zonder verbitterd te raken, zonder slecht te worden. Haar ziel is in stand gehouden.

Het is niet belangrijk of ik dood ga, maar wie ik ben als ik dood ga”. (p.133)

De danseres zonder benen zag ze ooit optreden. Het noodzakelijkste om te kunnen dansen ontbrak en toch drukte haar hele wezen dans uit. Zo is Clara alles wat haar gelukkig maakt ontnomen, eerst haar man, later 2 kinderen, maar ze ontdekt dat ze met de rest toch kan dansen. Het leven ten volle leven, met alles wat je (over) hebt. Ze heeft gedanst..


vrijdag 19 augustus 2011

Klaar voor de start...


Zijn er meer schrijvers net zo begonnen als ik? Met lezen? Ik ben een lezer die wil schrijven.  Dat ik goed kan lezen, dat weet ik wel. Soms een boek per dag, maar altijd meerdere per week. Meestal 1 naast mijn bed en nog wel eentje beneden op de bank. En het hagelslagpak, alle tijdschriften uit de bibliotheek (ja, ik ga nog ouderwets naar de bibliotheek), het plaatselijke krantje en nu.nl.
Of ik ook kan schrijven, dat wil ik nu uitzoeken.  Leuk om te doen, dat zeker, maar ook leuk om te lezen? Het oordeel is aan jou!
Maar waarom eigenlijk schrijven als lezen al zo bevredigt? Goeie vraag (al zeg ik het zelf…). Tja, dat weet ik eigenlijk niet zo goed. Lijkt me leuk om te doen en afgezien van de informatie die het jou gaat opleveren, gaat het mij ongetwijfeld inzicht geven in waar ik me ook maar mee bezig houd. Een spannende zoektocht, met onbekend doel. Lang leve de reis!

Een boek (of twee) per week. Dat ga ik beschrijven. Elke week een blog over het laatste boek dat ik gelezen heb. Verwacht niet alleen hoogstaande literatuur, het is maar net waar ik zin in heb. Je krijgt een persoonlijke recensie van wat ik heb gelezen. Met ongetwijfeld een heleboel van mezelf erbij, ongevraagd. Wat ik je ook beloof, is ergens het komende jaar een recensie van “het verslag van Brodeck” van Philippe Claudel, mijn absolute nummer 1 van de afgelopen tijd. Onlangs heb ik het voor de 3e keer herlezen en elke keer ben ik weer geraakt.

Tot volgende week! Dan zie ik je bij “Danseres zonder benen” van Clara Asscher-Pinkhof.