vrijdag 16 maart 2012

Van alles wat deze keer

Ik ben een excuus verschuldigd aan de familie Terlouw. Een paar weken geleden schreef ik dat hun boek De Charmeur best leuk en aardig was, maar dat het feit dat ik er pas halverwege achterkwam dat ik het al eens gelezen had, niet echt een compliment is.

Maar wat blijkt nu: het ligt helemaal niet aan hen! Het is ongelooflijk, maar de laatste weken heb ik het nog 2 keer gehad. Eén keer met “De rode wolf” van Liza Marklund (echt zéker was ik er van dat ik deze uit de Annika Bengtzon reeks nog niet kende) en een keer met “Vriendendienst” van Donna Leon. Beide keren helemaal blij in de bibliotheek (hé, eentje uit de reeks die ik nog niet ken! Wat leuk! Snel naar huis om te lezen). En beide keren sijpelde pas na een hele tijd lezen langzaamaan het besef binnen dat ik het al kende. “Maarruh..... hé.... dit wist ik al.....”.  Niet te geloven! Lees ik te veel? Te snel? Niet aandachtig genoeg? Teveel boeken uit dezelfde reeks? Is het de leeftijd? Geen idee. Maar een welgemeend excuus aan Jan en Sanne Terlouw is wel op zijn plaats. Dusse.... sorry!

Hoewel ik iets minder blog dan in het begin, lees ik nog wel net zo veel. Prachtig was “Logboek van een onbarmhartig jaar” van Connie Palmen. Zo rauw, zo pijnlijk, zo persoonlijk, dat ik er niets over kon schrijven. Hoewel slecht ontvangen door de pers, heeft het mij erg geraakt. Maar te persoonlijk, teveel van Connie Palmen om er iets zinnigs over te kunnen schrijven. Misschien is dat ook wel inherent aan rouw: te persoonlijk om te veralgemeniseren.

In “Vriendendienst” van Donna Leon gaat Brunetti deze keer op zoek naar het verband tussen de moord op een medewerker van het kadaster, de dood van een jonge student en de moord op een stel junks. Ik heb het nog niet helemaal uit en weet ook niet meer hoe het afloopt (wel heel geestig, gezien het feit dat ik het al eens gelezen heb), maar één stukje raakte me recht in mijn buik. Dat is wanneer Brunetti de jonge student dood heeft gevonden en hij moet denken aan hoe diens moeder zich moet voelen:

“Nee signora, uw Marco zal geen problemen meer ondervinden, maar uzelf zult  de rest van uw leven te kampen krijgen met verlies en pijn, en met het afschuwelijke gevoel dat u tegenover deze jongen te kort bent geschoten. En ongeacht hoezeer u ervan overtuigd bent dat u er niet verantwoordelijk voor was, de zekerheid dat u dat wel bent, zal altijd overheersen en de boventoon voeren”. p. 132

“Jetset” van Marion Pauw heb ik ook gelezen.  Eerlijk gezegd vond ik er niet zoveel aan. Maar misschien moet ik haar nog een kans gunnen; samen met Saskia Noort, Simone van der Vlugt en Esther Verhoef hoort ze toch wel in het rijtje thrillerschrijfsters van de Lage Landen. Wellicht ben ik gewoon een beetje “thriller-moe”?

En last-but-not-least: “Ja-maar, wat als alles lukt?” van Berthold Gunster. Leuk leuk leuk weer. Met een paar prachtige uitspraken waarvan ik me voorneem om ze te integreren in mijn dagelijkse leven:

“Verder kunnen we ons voornemen minder snel een mening te hebben, open te staan voor het tegendeel - misschien draait de aarde om de zon - en inzien dat we de werkelijkheid niet altijd hóéven te begrijpen. (…...)  Neem een situatie in alle rust waar zonder er meteen een mening of oordeel over te vormen. “ p. 95

En

“Is dat eerlijk? Nee. Het leven is per definitie oneerlijk. Je daartegen verzetten is nutteloos. Verspilde energie. We hebben het ermee te doen”.  p. 101

En

“Byron Katie zegt daarover: ‘Het enige moment waarop we lijden is als we een gedachte geloven die in strijd is met dat wat is. Ik ben een liefhebber van wat is. Niet omdat ik een spiritueel mens ben, maar omdat het pijn doet als ik vecht tegen de realiteit. Als je wilt dat de realiteit anders is dan zij is kun je net zo goed proberen een kat te laten blaffen. Je kunt het blijven proberen en uiteindelijk zal de kat je aankijken en”miauw” zeggen. Als ik mezelf tegen de realiteit verzet verlies ik. Altijd.’” p. 265

In februari ben ik met M. en M. naar het seminar van “Ja-Maar” geweest. Man wat had ik er zin in, de hele dag had ik me er op verheugd. En wat zijn zijn boeken goed en wat voegt het seminar weinig toe. Van dat geld kun je dus beter een paar boeken kopen!

Ik weet het, een beetje een ratjetoe deze week. Maar volgende week zie ik jullie weer, dan met “Vaslav” van Arthur Japin. Tot dan!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten