zaterdag 12 november 2011

De verdovers - Anna Enquist

Hoe krijg je iemand vanuit euforie - zo bam - terug met de voeten op aarde? En dan heb ik het niet over iemand uit De Verdovers, maar over mezelf....

Na een heerlijke week, waarin veel mooie dingen zijn gebeurd (ben 40 geworden! heb feest gevierd! heb mijn baan opgezegd! ga freelancen! heb mijn eerste opdracht!) ben ik donderdagavond naar een informatiebijeenkomst geweest over alle nieuwe wetten in de kinderopvang en over wat dat financieel betekent..... Nou, daar valt niet tegenop te freelancen ..... Goed voor een nachtje slecht slapen.

De volgende ochtend zitten sparren met buurvrouw M. over een alternatief plan. Daar gaan we de komende week maar eens op zitten broeden, kijken hoe dat zou kunnen werken. Heerlijk om na een fijn gesprek (dat gelukkig niet alleen over die kinderopvang ging) weer helemaal opgeknapt te zijn.

Maar nu De verdovers. Wat houd ik toch van de boeken van Anna Enquist. Eén van mijn absolute favorieten is “De thuiskomst”, over de echtgenote van Thomas Cook, de ontdekkingsreiziger. Werkelijk prachtig, kan ik iedereen aanraden.

De verdovers is voor mij zowel wel als niet een echt Anna Enquist boek. Grappig dat ik me daar ook de hele tijd van bewust was tijdens het lezen. Wél, omdat hij heel erg ingaat op de psyche van de hoofdpersonen. Niet, omdat het ook gewoon een doktersroman is. Wat ik helemaal niet van haar had verwacht.

Drik en Suzan zijn broer en zus. Al op heel jonge leeftijd (Drik was 4 jaar en Suzan 6 maanden) verliezen ze hun moeder. Leida, de tweelingzus van hun vader, komt bij hen wonen om hen op te voeden. En eigenlijk gaat het hele boek erom of het nou beter is om gevoelens en emoties te erkennen, te benoemen en te doorvoelen of om ze weg te stoppen en te verdoven.

Drik en Suzan kiezen beiden voor een opleiding in de medische wereld. Drik wordt psychiater en Suzan anesthesist. De één gelooft in het bespreken en naar boven halen van problemen, de ander in het verdoven ervan. Suzan, die altijd actief is, positief en handelend lijkt hierdoor een wat oppervlakkige persoonlijkheid te hebben, maar niets is minder waar. Wanneer collega Berend zegt dat anesthesie een onpersoonlijk vak is, is de reactie van Suzan ontroerend.

“Als ik iemand ophaal voor de operatie, denkt ze, als ik een gezicht zie, iemands huid voel, angst, pijn registreer, als ik iets uitleg, als ik geruststel, als ik iemand op tafel help en zachtjes toespreek terwijl ik een infuus aanleg, als ik zorg dat het even stil is in de OK en dan pas iemand in slaap breng - dan is het net als toen ik Roos naar bed bracht, vroeger.” p.26

Drik denkt dat het beter voor Suzan zou zijn als ze eens wat openheid over haar gevoelens zou tonen. Voor haarzelf, maar ook voor de relatie met haar dochter Roos, die allesbehalve soepel verloopt.

“Misschien was het anders geweest als ze in analyse was gegaan. Misschien ook niet. Die hele vroege trauma’s, daar kan je toch weinig aan doen. Probeer maar eens tot de door te laten dringen wat het betekent, met zes maanden door je moeder in de steek gelaten te worden. Onmogelijk. Je kan het hoogstens tot je nemen als een verhaal, verwoord door iemand anders. En dan fantaseren dat het gebeurde omdat jij niet deugde zoals alle adoptiekinderen denken. Suzan loopt haar hele leven al te bewijzen dat ze deugt, daarom is ze zo goed in haar werk. Er moet applaus komen, mensen moeten tevreden over haar zijn. Dan heeft ze bestaansrecht. Je moet met haar niet praten, daar wordt ze ongemakkelijk van. Het is niet voor niets dat haar patiënten bewusteloos zijn.” p.77

Zowel Drik als Suzan hebben veel verdriet van het overlijden van Drik zijn vrouw, een heel goede vriendin van Suzan. Drik heeft tijdelijk zijn praktijk van psychoanalyse in de wacht gezet, maar op aanrader van zijn zwager Peter, ook psychiater, pakt hij het langzaamaan weer op.

Zijn eerste nieuwe cliënt is een jonge psychiater in opleiding. Deze Allard gaat een steeds grotere rol in het leven van alle hoofdpersonen spelen, waarmee de doktersroman geboren wordt.

Erg blij word je niet van de afloop van het boek. En eigenlijk weet je nog steeds niet wat je nou het best kunt doen met verdriet: naar boven halen of wegstoppen. Ook Drik en Suzan twijfelen.  

“Heeft Drik toch gelijk, denkt Suzan. Dit is het bewijs. Als iemand kan gaan voelen wat er eigenlijk in hem omgaat, hoe vreselijk ook - verdriet, razernij, machteloosheid, alles wat je hebt aan ellende - dan is hij er beter aan toe dan daarvoor, toen hij die narigheid met alle kracht buiten zijn bewustzijn hield.  Hij voelt zich compleet. Hij staat in de werkelijkheid. Hij is genezen.” p. 171

En:

“Ze kent haar verleden niet, godzijdank heeft ze geen weet van de wanhopige scènes die zich afspeelden in haar vroege jaren. Een woedend krijsende baby moet ze geweest zijn, een baby die apathisch werd in de stugge armen van Leida, een kindje dat iets miste maar dat niet kon zeggen en ten slotte niet meer kon voelen. Nee. Beter zo, zoals zij het doet. Alsof Drik zo gelukkig is met al zijn geanalyseer. Het klinkt allemaal geweldig, misschien zelfs plausibel, maar het slaat nergens op. Zij is de verdovingsspecialist. Door het onderzoek dat Vereycken haar opdringt kan ze haar verdoofkunst vervolmaken.” p. 171-172

Een intrigerend boek, dat nergens te zwaar wordt, heerlijk doorleest en toch veel diepgang heeft.

Volgende week (ik waarschuw maar vast, het zal niet iedereen aanspreken): “40. Over lijf en leven van een beginnende veertiger” van Saskia Noort.

2 opmerkingen:

  1. toi toi met alles Dorine en super dat je toch je blog plaatst
    groetjes,

    Dorothé

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je! Uiteindelijk komt alles goed.

    BeantwoordenVerwijderen