zaterdag 22 september 2012

Extreem luid en ongelooflijk dichtbij – Jonathan Safran Foer


Afgelopen donderdag kreeg ik een heel klein beetje hoop. Dat ik ooit, later als ik groot ben, misschien wel een echte schrijver kan worden. Want daar twijfel ik ten zeerste aan: hoewel ik misschien wel een beetje kan schrijven, mis ik de inspiratie en creativiteit om een meesterwerk te schrijven. Om een boek te verzinnen, met verschillende verhaallijnen, die uiteindelijk allemaal prachtig samenkomen en een heel boekwerk vormen.  

En toen was daar meneer Buwalda, de Peter Buwalda van Bonita Avenue, van dat droomdebuut met ik weet niet hoeveel verkochte exemplaren, vertalingen in verschillende landen en ook nog verkochte filmrechten. En deze meneer vertelde me dat een boek schrijven vooral het verzinnen van een goede kiemzin is, van 5 woorden, waar je het hele boek aan op kunt hangen. En dat het vooral veel onderzoek doen is en hard werken. En schema’s en biografieën van personages uitwerken, doorzetten en herschrijven, herschrijven, herschrijven. En dát, lieve mensen, kan ik weer wel! Denk ik.

Afgelopen donderdag dus, op een schrijfworkshop tijdens het jaarlijkse Film by the Sea Festival in Vlissingen (ja, helemaal in Vlissingen), werd ik helemaal blij en opgewonden (en samen met mij collega S). Want wie weet dat het ons toch ooit eens gaat lukken.

En heel eerlijk moet ik ook bekennen dat meneer Buwalda zelf wel een beetje zorgde voor deze opwinding. Want hoewel hij je op foto’s altijd aankijkt als een opgeschrikte junk (heel eng), blijkt hij in het echt geweldig leuk, spitsvondig, met een groot gevoel voor humor en ongelooflijk relaxed. En met een zelfverzekerdheid die, nou ja, nogal aantrekkelijk is.

Maar voor het zover is en jullie mijn boek in de winkels kunnen vinden, blijf ik nog maar een tijdje lezer. Daar weet ik in ieder geval zeker van dat ik het goed kan.

Extreem luid & ongelooflijk dichtbij van Jonathan Safran Foer, mijn laatst gelezen boek, is echt een juweeltje. Gek genoeg heb ik hier wel weken over gedaan, terwijl ik fijne boeken normaal gezien nogal snel verslind. Het kan iets te maken hebben met een overvolle agenda, oudervertelgesprekken op school en een echtgenoot die veel op reis was, maar dat verklaart toch niet alles. Voor mij was dit een boek dat tijd nodig had.

Hoofdpersoon is Oskar Schell, een 9-jarig jongetje dat bij de aanslagen op het WTC in New York zijn vader heeft verloren. En dat nu op zoek gaat naar de herkomst van een sleutel, die hij heeft gevonden tussen zijn vaders spullen. Hij dwaalt door de hele stad, op zoek naar de eigenaar van deze sleutel en ontmoet allerlei interessante personen.

Het leuke aan Oskar is dat hij anders is dan andere jongetjes. En terwijl de meeste ouders het fijn vinden als hun kind aansluiting vindt bij andere kinderen en niet al te anders is, is dat juist hetgeen Oskar zo ontroerend maakt. Net als die jongen uit de film ‘About a boy’ met Hugh Grant. De jongen in deze film woont bij zijn depressieve moeder, draagt verschrikkelijke kleren, is nog nooit van zijn leven in de MacDonalds geweest en heeft geen idee dat hij totaal voor paal gaat staan als hij “Killing me softly” wil gaan zingen op het schoolfeest. Omdat zijn moeder dat zo mooi vindt. En oh, wat ga je van die jongen houden.

Maar het aller-allermooist uit Extreem luid & ongelooflijk dichtbij zijn toch wel die paar zinnen, die de wereld even stil laten staan. Die mij het boek weg laten leggen om eventjes weer tot mezelf te komen.

“Elke keer dat ik de deur uit ging om op zoek te gaan naar het slot, werd ik wat vrolijker omdat ik dichter bij papa kwam, maar tegelijk ook droeviger omdat mama verder weg raakte.” p. 64

“…. het Engels striemde mijn schouders, ze wilde meer Engels, daarom nam ik een koffer mee, die ik zo vol stopte dat de rits bijna niet meer sloot, de koffer puilde uit van het Engels, mijn armen schrijnden van het Engels…..”, p. 122

“En hoe kun je ik hou van je zeggen tegen iemand van wie je houdt? Ik rolde op mijn zij en viel naast haar in slaap. Dat is de strekking van alles wat ik je duidelijk heb proberen te maken, Oskar. Het is altijd nodig. Ik hou van je, Oma”.  p. 334

Als ik dat toch ooit mag doen, zinnen schrijven die andere mensen zo ontroeren dat ze even niet verder kunnen lezen, dan heb ik het voor mezelf helemaal gemaakt. En dan maakt het niet meer uit hoeveel exemplaren van dat boek ik verkoop.









1 opmerking:

  1. Hi Dorine,

    Jou tijd komt nog wel misschien als je tijd van leven hebt :-)

    Geniet in ieder geval van het lezen van andermans zinnen en bedankt voor het doorgeven daarvan op je blog

    groetjes,

    Dorothé
    http://djaktief.wordpress.com

    BeantwoordenVerwijderen